Dit is een oud artikel die door het overlijden van mijn WordPress site uit het cache van Google is gehaald. Helaas zijn de commentaren van anderen verdwenen. Sorry, ik vind dat heel erg vervelend.
Tijdens het ligfietsen (met Quali) is er slechts 1 methode om lange tijd zonder pijn in mijn knieën te rijden. Bruut samengevat is dat een combinatie van houding, techniek en alles wat onder oudelullenfietsen verstaan kan worden. En gelukkig ben ik niet de enige. Een Twitteraar vroeg mij ouwelullenfietsen te omschrijven. Dat kan niet zonder de andere 2 ook te behandelen. Wil je direct bij het oudelullenfietsen komen skip dan de volgende 2 alinea’s.
Houding: Ervaring en veel proberen heeft bij mij er toe geleid dat ik nu denk aardig een goede houding te hebben. Enerzijds voor rug en nek en daaruit volgend voor mijn knieën. Door een wat gedraaide rug blijkt het beter als mijn linker bil iets lager zit dan rechts (0,5 cm schat ik) Dit wordt bereikt met een dik kussentje rechts en een dunner kussentje links. De houding is nog niet perfect. Daarvoor heb ik een zephyr zitting aangeschaft waar ooit de zaag in gaat. Ook is de stand van de voeten belangrijk. Enerzijds zijn mijn voeten iets naar binnen gedraaid (lichte V vorm, links iets meer dan rechts), maar ook helpt het mijn knietjes, dat ik in mijn schoen een kleine verhoging (paar mm, 2 laagjes karton) voor mijn tenen heb gemaakt, waardoor de voet/enkel iets naar buiten draait.
Techniek: In den beginne wilde ik maximaal traprendement hebben en trok en duwde actief op de pedalen in alle richtingen. Ik hoopte een goede en soepele draaiing te bewerkstelligen, wat aardig lukte, maar helaas was vooral het trekken funest. Nu is de tactiek anders. Mijn voeten bewegen mee met de pedalen (duh), maar ik waak ervoor om actief te doen. In plaats daarvan laat ik de rondgang zijn werk doen en met soeplesse fiets ik mijn rondjes, inderdaad op een cadans die rond de 90 rpm is. Hierdoor is de belasting op de knie veel lager. Nadeel is dat je vermogen ook lager is, vooral bij optrekken en versnellen. Je moet je voorstellen dat ik soms een paar honderd meter gebruik om tot 30 km/u te komen, om daarna rustig verder te versnellen. Groot voordeel is dat ik heel lang kan fietsen.
Ouwelullenfietsen (OLFen): Wel, de houding is OK, de techniek in orde, dus nu vervolmaken we het trio met een geestelijk zen gevoel en het idee om nergens snel te moeten zijn. Het hoeft niet snel, het mag. Het mag vooral niet geforceerd (zie ook techniek). Om het OLFen te vervolmaken, dien ik dat ook bij verkeerslichten of kruisingen uit te voeren. Ik merk dat 1 keertje overschrijden er toe lijdt dat er een glijdende schaal van overschrijdingen volgt, waar niet meer tegen in te OLFen is. OLFen is de kunst om je midlifecrisis en haantjesgedrag te bezweren met een levenscadans die pak hem beet twintig jaar verder ligt dan je huidige leeftijd. Het hoeft niet snel, mompel ik dan tegen me zelf. Op een sukkeldrafje kom ik er ook. Hoort ook bij OLFen: “het praten tegen jezelf”. Bij het praten spreek ik mezelf een soort onmoed in. Ik ontmoedig hard rijden, en eer het OLFen.
Klinkt het OLFen wellicht vreselijk in de oren? Het is ook vaak vreselijk. Komt er zo’n gesoigneerde racefietser voorbij, met 33 km/u, terwijl de huidig OLF-kruis rond de 31 ligt. Zie dan je haantje maar binnen te houden. Maar de andere kant is dat ik met deze vakantie al OLFend, 54 km volbracht en ook nog een 74 km. En dat stemt tevreden, smaakt naar meer. Ik wil over een paar weken 2 keer 50 km op een middag doen. Dat red ik alleen OLFend.
Pingback: knieleed ontrafelt. Deel #5 | quest nummer 1
Pingback: De “ethische” regels van de ligfietser (ruwe versie 1) | Quest nummer 1
Pingback: Olfen | Quest nummer 1
Pingback: De “ethische” regels van de ligfietser (versie 1.5) – Recumbinati